Open podium

De Wachters van de Maanpoort

In het oude koninkrijk Lumeria, waar de sterren ’s nachts flonkerden als zilveren zaden op een zwarte akker, stond een poort die enkel openging bij maanlicht. Niemand wist wie haar gebouwd had. Sommigen zeiden dat het elfen waren geweest, anderen fluisterden over een vergeten volk dat met de maan kon spreken.

Twee wachters hielden de poort al generaties lang in de gaten. Ze stonden er niet om haar te bewaken — want er kwam nooit iemand uit, en ook niemand ging erin — maar om te wachten. Dat was hun taak. Wachten, en luisteren naar het ruisen van het riet, het kraken van de takken en het zachte zingen van de nacht.

De jonge wachter, Xavi, had vragen. Dat hoorde niet, maar hij had ze toch. “Waarom wacht de poort?” vroeg hij op een nacht, toen de maan vol was en wit als melk. Zijn metgezel, de oude wachter Barwin, antwoordde zoals hij altijd deed: “Omdat wachten ook een vorm van weten is.” Maar die nacht gaf Barwin hem iets wat hij nooit eerder gegeven had: een sleutel. Een sleutel van licht. “Als je durft te openen,” zei hij zacht, “moet je ook durven verdwalen.”

Xavi hield de sleutel vast alsof het een ademhaling was. Hij wist niet zeker of hij deze nacht een stap zou zetten, of wachten tot de maan weer vol was — of tot het wachten zelf hem iets zou vertellen. Want soms, wist hij nu, vertelt het wachten meer dan het openen ooit zou doen. Die nacht sliep Xavi niet. De sleutel brandde als een geheim in zijn zak.

Tegen het ochtendgloren, toen de maan zich begon terug te trekken en de sterren verbleekten als herinneringen, stond hij op. Barwin zat nog steeds onder de kromme eik, ogen gesloten, alsof hij sliep of luisterde naar iets dat Elian nog niet kon horen.

Met een laatste blik op de oude wachter liep Xavi naar de poort. Ze was van steen, glad en donker, zonder handvat of scharnier — en toch paste de sleutel in een nauwelijks zichtbaar gat. Er klonk geen klik toen hij hem omdraaide. Geen lichtflits. Alleen stilte. De poort ging open zoals de maan opkomt: langzaam, onvermijdelijk, en vol betekenis.

Achter de poort lag geen pad. Geen stad. Geen bekende wereld. Alleen mist. En een vreemd blauwachtig licht, als water dat ademt. Een stem — of was het een gedachte? — fluisterde: “Je hebt gekozen. Nu mag je vergeten om te herinneren.” Xavi zette één voet over de drempel. Hij keek niet achterom.

Dagen gingen voorbij. Weken. Misschien maanden. De poort bleef gesloten. Barwin zat nog steeds onder de boom, maar hij glimlachte nu, zacht, alsof hij wist dat wachten geen einde had — alleen nieuwe vormen.

Op een nacht, precies een jaar later, verscheen er iemand bij de poort. Een meisje, met ogen zo helder als de maan. In haar hand hield ze een sleutel. Niet dezelfde als die van Xavi, maar gemaakt van hetzelfde licht. Zonder iets te zeggen nam ze plaats naast Barwin. En samen wachtten ze. Want elke poort heeft twee zijden. En elk wachten is een begin.

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *